Zoeken
Psalmen 148,7 - Looft de Heer, gij hier op de aarde: zeegedrochten in uw baaierd van water,
Psalmen 115,15 - Gezegend dan gij door de Heer, die gemaakt heeft hemel en aarde:
Handelingen van de Apostelen 11,16 - Toen dacht ik terug aan het woord van de Heer, hoe Hij gezegd had: Johannes doopte met water, maar gij zult gedoopt worden met de heilige Geest.
Psalmen 17,14 - door uw hand, o Heer, van de mensen wier deel overdaad is op aarde: laat hen stijf staan van wat Gij hun toedeelt, zelfs hun zonen zijn er nog zat van. En er blijft voor hun kinderen nog over!
Psalmen 119,64 - Heer, uw goedheid doordringt heel de aarde: leer mij wat uw verbondseisen zijn.
Psalmen 103,21 - looft de Heer, al zijn hemelse scharen, gij dienaren, volvoerend zijn wil.
Psalmen 117,1 - Looft de Heer, alle gij volken, roemt Hem, alom ter wereld:
Psalmen 104,35 - Eens verdwijnen de bozen van de aarde, zijn spoorloos de verstoorders vergaan. Loof de Heer, mijn ziel! God lof!
Psalmen 33,8 - Draag, aarde, ontzag voor de Heer, ducht Hem, al gij bewoners der wereld:
Psalmen 104,24 - Ongeteld zijn uw werken, o Heer, Gij schiep ze alle met wijsheid. Van uw rijkdom vervuld is de aarde.
Hebreeën 1,10 - En elders: In het begin, o Heer, hebt Gij de aarde gegrondvest en de hemel is het werk van uw handen.
Jesaja 3,1 - De Heer, jahwe van de legerscharen, ontneemt aan Jeruzalem en Juda iedere stut en steun: en alle stut van brood, alle steun van water,
Psalmen 104,1 - Loof, mijn ziel, de Heer! Heer, mijn God, hoe ontzaglijk zijt Gij, met glans en luister bekleed,
Psalmen 103,20 - Looft de Heer, gij zijn engelen, sterke strijders, volvoerend zijn woord, gij die zijn bevelen moogt horen;
2 Petrus 3,5 - Zij gaan met opzet voorbij aan het feit dat er lang geleden een hemel en een aarde bestonden, door Gods woord gevormd uit water en door middel van water,
Psalmen 74,12 - God, Gij koning van den beginne, die doorstoot met uw heil hier op aarde:
Psalmen 82,8 - Verrijs, o God, richt de aarde: Gij die rechtmatig bezit alle volken.
Psalmen 119,90 - Van geslacht tot geslacht is uw trouw; Gij grondvestte de aarde: zij stond er.
Psalmen 119,119 - Gij hebt hen verworpen als afval die U weerstreefden op aarde: temeer wil ik uw uitspraken eren.
Daniël 3,26 - 'Geloofd zijt Gij, Heer, God van onze voorvaderen;geprezen en verheerlijkt zij uw naam in eeuwigheid!
Psalmen 104,10 - Bronnen wijst Gij hun loop naar de beken: tussen bergen door wandelt het water,
Handelingen van de Apostelen 1,5 - Johannes doopte met water, maar gij zult over enkele dagen gedoopt worden met de heilige Geest.”
Psalmen 135,6 - Wat de Heer behaagt geeft Hij aanzijn: in de hemel en op de aarde, in de zeeën, de diepte der wateren.
Psalmen 148,4 - looft Hem, hemel der hemelen, en gij water omwelvend de hemelen.
Psalmen 138,4 - gij dien loven de vorsten der aarde, als zij, eenmaal, verstaan wat gij aanzegt;
Psalmen 8,2 - Heer, onze God, hoe vol macht is uw naam wijd en zijd op de aarde; gelijk Gij uw majesteit doet verschijnen hoog aan de hemel,
Psalmen 97,9 - Want Gij zijt de Heer, souverein, boven heel de aarde verrijzend, hoog - alle goden te boven.
Baruch 2,15 - Dan zal de hele aarde weten dat Gij, Heer, onze God zijt; Israël en zijn nakomelingen dragen immers uw naam.
Handelingen van de Apostelen 7,49 - De hemel is mij een troon, de aarde een voetbank voor mijn voeten. Wat voor een huis zult gij dan voor Mij bouwen, zegt de Heer, of wat zal mijn rustplaats zijn?
Psalmen 148,1 - Godlof! Looft de Heer vanuit het hemelgewelf, looft Hem, gij in den hoge;
Amos 8,11 - Zie, de dagen komen - zo luidt de godsspraak van de Heer, Jahwe - dat Ik honger breng in het land, geen honger naar brood, geen dorst naar water, maar honger en dorst om het woord van Jahwe te horen.
Job 14,19 - water slijpt gesteente uit, stortregen spoelt de aarde van de bodem zo vernietigt Gij de hoop van de mens.
Exodus 20,4 - Gij zult geen godenbeelden maken, geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel, beneden op de aarde of in de wateren onder de aarde.
Deuteronomium 5,8 - Gij zult geen beelden maken in de vorm van enig wezen boven in de hemel, beneden op de aarde of in de wateren onder de aarde.
Wijsheid 12,2 - Daarom straft Gij slechts gaandeweg degenen die misdoen en Gij vermaant hen door hun onder ogen te brengen waarin zij zondigen, opdat zij, uit hun boosheid bevrijd, in U, Heer, geloven.
1 Koningen 8,53 - Want Gij, Jahwe onze Heer, hebt hen afgezonderd van de andere volken der aarde om uw eigendom te worden, zoals Gij gezegd hebt door uw dienaar Mozes, toen Gij onze vaderen uit Egypte voerde.'
Jacobus 2,1 - Broeders, gij die gelooft in onze Heer Jezus Christus, de Heer der heerlijkheid, verbindt dit geloof toch niet met partijdigheid en vleierij.
Amos 5,8 - Hij, die de Plejaden maakt en Orion; hij die het doodse donker in dageraad verandert, en de dag verduistert tot nacht; Hij die het water van de zee roept en het uitstort over de aarde: Jahwe is zijn naam.
Psalmen 66,12 - mensen reden ons over het hoofd, door het vuur gingen wij, door het water, maar Gij leidde ons uit - tot uw volheid.
Nahum 3,14 - Put maar water, nu gij belegerd gaat worden, versterk uw vestingwerken maar, treedt de klei en kneedt het leem, grijp maar naar de tichelaarsvorm!
Evangelie volgens Johannes 1,26 - Johannes antwoordde hun: “Ik doop met water, maar onder u staat Hij die gij niet kent,
Deuteronomium 3,24 - Jahwe, mijn Heer, Gij hebt mij het begin laten zien van uw grote macht en uw sterke hand. Er is geen god in de hemel of op de aarde, die zulke werken en zulke machtige daden verricht als Gij!
Psalmen 135,1 - Godlof! Looft de naam van de Heer, looft Hem, knechten des Heren,
Jozua 3,13 - Zodra de priesters die de ark van Jahwe, de Heer van heel de aarde, dragen hun voetzool in het water van de Jordaan hebben gezet, zal het water hogerop in de Jordaan afgesneden worden en als een muur blijven staan.'
Hebreeën 10,22 - Laten we dan dichterbij komen, maar met een oprecht hart en in de volle overtuiging van ons geloof, ons hart rein gesprenkeld van alle schuldbesef, ons lichaam gewassen met zuiver water,
Psalmen 148,13 - laat hen loven de naam van de Heer. Want zijn naam alleen is hoogverheven, zijn luister tooit aarde en hemel.
Psalmen 103,22 - Looft de Heer, alle zijn werken, allerwegen waar hij regeert. Loof de Heer, mijn ziel!
2 Korintiërs 1,24 - Niet alsof wij heer en meester zijn van uw geloof; in het geloof staat gij vast genoeg. Wij willen slechts bijdragen tot uw vreugde.
Ezechiël 20,40 - Want mijn heilige berg, de hoge berg van Israël, luidt de godsspraak van Jahwe de Heer, dat is de plaats op aarde waar heel het volk van Israël Mij zal vereren. Daar zal Ik u mijn goedgunstigheid tonen door uw gaven, uw eerstelingen en al wat gij Mij toewijdt, te aanvaarden.
Handelingen van de Apostelen 4,24 - Toen zij dit hoorden, verhieven zij eensgezind hun stem tot God en baden: Heer, Gij zijt het, die hemel en aarde, de zee en alles wat daarin is, gemaakt hebt,